Het dreigingsniveau voor Nederland is wederom vastgesteld op ‘substantieel’. De kans op een aanslag blijft reëel, hoewel er op dit moment geen concrete aanwijzingen zijn voor aanslagen in Nederland. De aanslagen in Parijs, Kopenhagen en het verijdelde plot in het Belgische Verviers bevestigen de dreiging tegen Europa en dus ook tegen Nederland, meldt de NCTV.
Ook in Nederland moet rekening worden gehouden met het risico op zowel individuele acties als georganiseerde plots. Het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme wordt dan ook onverkort voortgezet. Het kabinet heeft, met oog op het langdurige karakter van het huidige dreigingsbeeld, besloten tot versterking van de veiligheidsketen op een aantal punten. Dat staat in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) en de voortgangsrapportage van het Actieprogramma die dinsdag naar de Tweede Kamer zijn gestuurd.
Evenals in de vorige twee dreigingsbeelden vertonen de cijfers van uitreis naar jihadgebieden, ondanks de verslechterde veiligheidssituatie ter plaatse, een kleine maar gestage toename. Rond de 190 personen zijn inmiddels uitgereisd, waarvan ongeveer 35 zijn teruggekeerd en dertig zijn gesneuveld. De dreiging tegen Nederland wordt daarbij niet uitsluitend door uitreizigers en terugkeerders bepaald. Ook jihadisten die in het Westen verblijven en niet in een conflictgebied zijn geweest, kunnen overgaan tot het plegen van geweld. Er is sprake van een sterke wisselwerking tussen de conflicten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika en jihadistische groepen in bijvoorbeeld Europa. De propaganda die via internet en sociale media verspreid wordt, speelt hierbij een rol.
Om risico’s te beperken wordt in de aanpak ook gekeken hoe de vermenging van jihadisme met criminaliteit het beste kan worden voorkomen, de mogelijkheden van identiteitsfraude kunnen worden tegengegaan en de mogelijk radicaliserende rol van salafistische predikers kan worden beperkt.