Amsterdam telt zo’n tweehonderd publieke camera’s, ongeveer 1 per 3900 inwoners. Dat zijn er volgens de gemeente Amsterdam relatief gezien minder dan in Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Naast de tweehonderd publieke camera’s in de openbare ruimte beschikt ongeveer 60 procent van de Amsterdamse ondernemers over eigen camera’s. Dit staat in de brief Cameratoezicht waar de Amsterdamse gemeenteraad binnenkort over discussieert.
Gemiddeld stelt de politie iedere week 41 beelden veilig voor opsporingsonderzoek, zoals afgelopen woensdag na een liquidatie in de De Clercqstraat in Amsterdam-West. De politie heeft nog dezelfde dag een beeld vrijgegeven van twee personen die wegrijden op een donkerkleurige (motor)scooter.
De meeste publieke camera’s in Amsterdam hangen in winkelcentra, uitgaansgebieden en op drukke pleinen. De politie bekijkt de beelden op gezette tijden live mee vanuit de Centrale Cameratoezichtruimte (CCTR). De beelden kunnen daarnaast worden doorgezet naar de meldkamer van Handhaving en Toezicht, zodat handhavers op straat beter kunnen worden aangestuurd.
Ook de beelden van camera’s van ondernemers kunnen nuttig zijn bij de opsporing, maar de kwaliteit van die beelden is volgens de brief vaak matig. De gemeente wil de komende jaren daarom meer aandacht besteden aan publiek-private samenwerking op het gebied van cameratoezicht. Dit gebeurt onder meer door ondernemers te adviseren over cameragebruik. In de Jan Evertsenstraat, dichtbij de De Clercqstraat, is een proef gaande waarbij private camerabeelden bij bijvoorbeeld een overval worden doorgezet naar de CCTR.