Twee mannen zijn veroordeeld voor doodslag op een 67-jarige man uit Breukelen tijdens een mislukte woninginbraak in januari 2022. Een derde man is veroordeeld voor betrokkenheid bij een poging tot inbraak in dezelfde woning twee dagen eerder.
Bij de eerste inbraak zagen de verdachten dat het slachtoffer lag te slapen. Daarop vertrokken ze zonder iets mee te nemen. Twee dagen later keerden twee van hen, samen met twee andere verdachten, terug naar de woning om daar opnieuw in te breken. Een 21-jarige man uit Utrecht bleef als chauffeur in de vluchtauto wachten.
De drie anderen braken met een koevoet de deur open. Ook nu was het slachtoffer thuis. Hij verraste de inbrekers en besprong een van hen, vermoedelijk met een hamer in de hand. Er ontstond een worsteling waarbij een verdachte het slachtoffer meerdere keren met een koevoet op zijn hoofd en lichaam sloeg en een andere verdachte het slachtoffer met een hamer sloeg. De man overleed aan ernstig hoofdletsel. De drie verdachten stapten in de vluchtauto en reden weg.
Bewijs
Het bewijs tegen de verdachten is onder andere gebaseerd op audiofragmenten die stonden op de telefoon van een verdachte, die uit eigen beweging naar de politie is gestapt op het moment dat geen van de verdachten al in beeld was bij de politie. De audiofragmenten bevatten een gesprek tussen de vier verdachten kort na de fatale woningoverval. De opnames zijn gemaakt omdat twee van de verdachten zich bedreigd voelden door de andere twee verdachten.
Als bewijsmateriaal besloten ze het gesprek op te nemen. Te horen is hoe de verdachten het over de inbraak en de gewelddadige confrontatie met het slachtoffer hebben. Het hof vindt dat de geluidsopnames betrouwbaar zijn en bruikbaar als bewijs. Ze zijn kort na de woningoverval gemaakt en de (hoofd)verdachten weten niet dat ze worden opgenomen waardoor ze vrijuit met elkaar praten. Op de opnames wordt gesproken over het slaan met een hamer en een koevoet op het hoofd van het slachtoffer. Forensisch onderzoek bevestigt dit.
Het hof veroordeelt de hoofdverdachten uit Rotterdam en Bunnik – net als de rechtbank – allebei tot een gevangenisstraf van 14 jaar. Zij hebben het slachtoffer op een uiterst gewelddadige en lafhartige manier gedood om de inbraak te verhullen. Zij waren degenen die met slagwapens op het slachtoffer insloegen. Aan een nabestaande moeten deze verdachten een schadevergoeding betalen van ruim 19.000 euro.
De man die met het idee kwam om de eerste inbraak op 18 januari 2022 te plegen, is voor poging tot inbraak veroordeeld tot een celstraf van 4 maanden.