Het gebruik van verborgen camera’s bij het opsporen van uitkeringsfraude is in bepaalde gevallen toegestaan, zegt voorzitter van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) Jacob Kohnstamm in De Telegraaf. Hiermee laat hij zijn bezwaren tegen sommige vergaande vormen van het opsporen van uitkeringsfraude vallen.
Wel stelt de CBP-voorzitter als voorwaarde dat eerst andere opsporingsmethoden worden toegepast. Maar als die niets opleveren, moet de inzet van verborgen camera’s kunnen. Volgens De Telegraaf gaat een nog niet bij naam genoemde gemeente binnenkort een verborgen camera gebruiken om mogelijke uitkeringsfraude aan het licht te brengen. “Om misstanden aan de kaak te stellen zijn deze onorthodoxe methoden in uitzonderlijke gevallen aanvaardbaar”, aldus Kohnstamm in de krant. “Het moet geen vrijbrief worden, maar in gevallen waarin alle andere middelen niet hebben gewerkt, moet het kunnen dat een geheime camera wordt opgehangen.”
Behalve het inzetten van camera’s kan volgens Kohnstamm ook controle van het waterverbruik plaatsvinden om aanwijzingen voor fraude te krijgen. Hij benadrukt wel dat het alleen om uitzonderlijke gevallen mag gaan. Het CBP heeft zich tot nu toe verzet tegen opsporingsmethoden die mogelijk de privacy van betrokkenen aantasten. Kohnstamm zegt dat observatie met camera’s zeer privacygevoelig is, maar dat het wel een effectieve oplossing kan zijn als het op andere manieren niet lukt om bewijs te krijgen. Bijvoorbeeld als toezicht zonder camera niet mogelijk is in verband met de veiligheid van de rechercheur.