Het aantal binnenbranden in zorggebouwen is met ruim 55 procent gestegen naar een recordhoogte van 1673. Dat meldt het IbMZ Incidentbeheersing Management Zorginstellingen, dat jaarlijks melding doet van branden in zorggebouwen in Nederland en overige actuele wetenswaardigheden over brandveiligheid.
Bij het opmaken van de totalen, die zijn overgenomen uit de registratie van CBS van medio december vorig jaar, zijn deze keer geen schadecijfers gemeld. Ten opzichte van het jaar 2011 (met 1081 binnenbranden) is er een zeer forse stijging te constateren voor 2012 met 1673 binnenbranden in zorggebouwen, zoals ziekenhuizen en in gebouwen voor ouderenzorg, psychiatrie en gehandicaptenzorg. Met een stijging van 55 procent is te constateren, dat in 2012 nog nooit zo veel binnenbranden in de zorggebouwen zijn geweest. Bij deze branden waren in verpleeghuizen en woonzorgcentra in totaal vijf dodelijke slachtoffers te betreuren. De laatste 13 jaar (2001-2012) zijn in totaal 48 dodelijke slachtoffers gevallen bij branden in zorggebouwen.
De genoemde getallen van binnenbranden en doden, maar ook die van de voorliggende jaren zijn zeer zorgelijk te noemen. Vooral omdat er volgens IbMZ nog steeds geen tastbare en door de zorgbestuurders op te pakken strategie met de noodzakelijke besluitvorming plaatsvindt, om de binnenbranden en gewonden/doden in aantal terug te dringen. Ook constateert de organisatie dat de toezichthouders in de zorg te kort schieten in hun controletaken ten aanzien van dit dossier. Met onderstaande opmerkingen wordt dit nog meer onderstreept.
Het is in zijn algemeenheid binnen de zorginstellingen nog steeds zo, dat de personeelsbezetting ondanks de mate van niet zelfredzaamheid tijdens de perioden van avond, nacht en weekend onverantwoord laag is. Voorts kan men gezien de zorg(plicht) voor patiënten en bewoners de verpleegafdeling niet verlaten om elders in het gebouw hulp te bieden. Deze gesignaleerde punten van zorg blijven als sinds jaar en dag ongewijzigd.
De opkomsttijden van de brandweer zijn weliswaar vastgelegd, maar niet in alle gevallen wordt er voldaan aan de gestelde tijden om tussen 6 en 8 minuten na een alarmering ter plaatse bij een zorggebouw te zijn. De zorginstellingen sturen hier niet op, omdat zij niet beschikken over deze exacte informatie. Een gerichte communicatie tussen zorginstellingen en Brandweer Nederland over dit aspect vindt nog steeds niet plaats!
De ministers van VWS en BZK hebben de afgelopen jaren met diverse brieven, zowel naar de zorgsector zelf als naar de Tweede Kamer het Kabinetsstandpunt goed onder woorden gebracht. Maar naast alle initiatieven binnen de zorgsector zelf op operationeel niveau, laten de bestuurders van zorginstellingen het volgens IbMZ nog afweten voor wat betreft het verantwoording afleggen volgens het door het ministerie van VWS voorgehouden voorbeeld uit de Bestuursmethodiek Brandveiligheid. Kernpunt hierbij is, dat een jaarlijkse dechargeverklaring, te verlenen door de Raad van Toezicht, nog steeds ontbreekt op het dossier totale brandveiligheidzorg van een desbetreffende zorginstelling.
Fred Zaaijer: “Voorts is het zo, dat ook het Kabinet in gebreke blijft door nog steeds niet een Algemeen Maatregel van Bestuur Basishulpverlening (BHV) officieel te verklaren. Al meer dan drie jaar zwerft dit concept AMvB tussen de diverse ministeries en overige brancheorganisaties en blijft het onduidelijk aan welke nieuwe kaders een BHV organisatie moet gaan voldoen.”
Tot slot merkt IbMZ nog op dat ter bevordering van de totale brandveiligheidszorg, primair de zorgbestuurders en toezichthouders aan zet blijven, maar dat ook het Kabinet, de Tweede Kamer, Brancheorganisaties in de Zorg, Verbond van Verzekeraars en Brandweer Nederland niet op hun handen kunnen gaan zitten en toekijken. Zij zullen hierbij elk hun positieve en kritische bijdragen moeten blijven leveren.