Het omgebouwde alarmpistool dat werd gevonden in de vluchtauto na de moordaanslag op Peter R. de Vries, blijkt het wapen te zijn waarmee hij is neergeschoten. Dat maakten de officieren van justitie maandag bekend op de eerste pro forma zitting in het onderzoek naar de moord.
Het wapen werd gevonden in een tas in de vluchtauto. Naast het wapen trof de politie in de tas munitie en de bescheiden van de 22-jarige verdachte aan. De auto werd snel na de moordaanslag door een motoragent aan de kant gezet.
De 22-jarige verdachte is volgens het OM de schutter. Zijn 35-jarige medeverdachte zou de vluchtauto hebben bestuurd. Hun betrokkenheid zou blijken uit camerabeelden en getuigenverklaringen in combinatie met aangetroffen goederen en sporen in de auto.
In de auto vond de politie naast het moordwapen ook kleding zoals een gecamoufleerde jas en een zwart petje met op de voorzijde goudkleurige letters. Deze kledingstukken en de tas passen bij het uiterlijk van de schutter op de camerabeelden van locatie van de moordaanslag en omgeving. Op de patroonhouder van het alarmpistool is DNA van de 22-jarige verdachte aangetroffen. Ook vond de politie in een bigshopper een pistoolmitrailleur van het type Heckler en Koch met bijbehorende munitie.
Voorverkenning
Uit onderzoek blijkt, stelden de officieren van justitie, dat de 35-jarige verdachte ongeveer een week voor de aanslag de parkeergarage in de Lange Leidsedwarsstraat in de gaten hield. Dat zou blijken uit verklaringen van getuigen en camerabeelden die na de moordaanslag zijn bestudeerd. De man op de beelden heeft opvallende tatoeages in zijn nek die volgens het OM overeenkomen met de tatoeages van de 35-jarige verdachte.
Het opsporingsonderzoek naar beide uitvoerders is volgens het OM zo goed als afgerond. Het onderzoek naar de opdrachtgevers en andere betrokkenen is afgesplitst. Een ander politieteam onder leiding van andere officieren van justitie doet dit onderzoek.