Drie verdachten zijn afgelopen week aangehouden op verdenking van WhatsApp-hacking en vriend-in-noodfraude naar aanleiding van een gezamenlijk onderzoek door twee cybercrimeteams van de politie.
Het drietal wordt verdacht van het hacken van WhatsApp-accounts van bekende personen die actief zijn in het openbaar bestuur. Bij doorzoekingen werd honderdduizend euro gevonden en een vuurwapen. De twee mannelijke verdachten van 17 en 18 jaar oud zijn inmiddels voorgeleid en gaan 14 dagen in bewaring. De derde verdachte, een 57-jarige vrouw, is heengezonden, maar blijft wel verdachte. Alle verdachten wonen in Den Haag.
De oplichters hackten door WhatsApp-accounts aan te maken met naam en telefoonnummer van slachtoffers. De oplichters bemachtigden de verificatiecodes en koppelden deze aan de accounts van slachtoffers, waardoor de oplichters vanaf die accounts berichten konden versturen.
Daarna werden zogenaamde vriend-in-nood-appjes gestuurd naar contacten van slachtoffers. De ontvangers dachten daadwerkelijk met hun kennis/familielid in gesprek te zijn en vertrouwden betaalverzoeken. Op die manier wisten de verdachten duizenden euro’s afhandig te maken van slachtoffers.
Hoe veel slachtoffers er in totaal zijn gemaakt door de verdachten, is nog onduidelijk. Onder de slachtoffers kwam de politie bekende personen uit het openbaar bestuur tegen. De politie kon aangiftes uit verschillende provincies verbinden aan dezelfde verdachten en daardoor is een nauwe samenwerking ontstaan tussen de cybercrimeteams van de politie in Rotterdam en Limburg.
13 miljoen
Er zijn in 2020 naar schatting ruim 25.000 aangiftes gedaan van vriend-in-noodfraude. Volgens politiecijfers ligt de totale schade hiervan op meer dan 13 miljoen euro. In honderden aangiftes van vriend-in-noodfraude zaken ligt de oorzaak in een WhatsApp-hack. Van WhatsApp-hacking worden vooral mensen tussen de 40-55 jaar slachtoffer, maar het beperkt zich volgens de politie zeker niet tot die leeftijdscategorie.