Het aantal jongeren dat in Amsterdam wordt verdacht van criminele activiteiten is voor het vijfde jaar op rij gedaald. Dat blijkt uit de Factsheet Jeugdcriminaliteit van het Bureau Onderzoek en Statistiek in opdracht van de gemeente Amsterdam, meldt het Parool.
In 2007 werd 6,2 procent van de Amsterdamse jongeren tussen de twaalf en 24 jaar verdacht van criminaliteit. In de periode van september 2011 tot september 2012 was dit 4,6 procent. In totaal worden ruim 5600 jongeren verdacht van strafbare feiten die variëren van winkeldiefstal tot openlijk geweld, inbraak en overvallen. Volgens de gemeente is de top-600-aanpak mede de oorzaak van de daling van het aantal jongeren dat het verkeerde pad op gaat.
De buurten waar de meeste verdachten vandaan komen, zijn overigens al vijf jaar dezelfde met de Bijlmer voorop. In Zuidoost is 5,7 procent van de jongeren verdachte, gevolgd door Noord met 5,6 procent. In de stadsdelen Centrum en Zuid gedragen de jongeren zich het best.
Opmerkelijk is volgens de gemeente dat het stadsdeel of de buurt waar criminele jongeren wonen, niet altijd overeenkomt met de plekken waar de meeste criminaliteit wordt gepleegd. In sommige buurten of stadsdelen wonen bijvoorbeeld weinig criminele jongeren, maar vindt wel relatief veel criminaliteit plaats. Een voorbeeld is de Wallen. Dat gebied staat al jaren bovenaan het lijstje van de locaties waar de meeste incidenten voorkomen, terwijl blijkt dat jongeren uit het centrum van de stad het minst hun boekje te buiten gaan.
Overigens daalt niet alleen het aantal jongeren dat wordt verdacht van jeugdcriminaliteit. Ook het aantal delicten daalt. In 2007 waren Amsterdamse jongeren nog verantwoordelijk voor 16.293 delicten, in 2012 waren dat nog 13.329. Deze daling is te zien in elk stadsdeel in Amsterdam.