De basisteams bij de politie zijn te groot en er zijn te veel leidinggevenden. Dat gaat ten koste van het contact tussen agenten en burgers. Agenten willen graag meer maatwerk. Dat staat in het rapport Politie en Wetenschap.
Door de basisteams, opgebouwd uit enkele tientallen tot maximaal tweehonderd fte’s, moet de politie op straat beter zichtbaar worden. Sinds 2013 kent Nederland de Nationale Politie. Daarin nemen de basisteams een prominente plaats in. Deze teams voeren op lokaal niveau de basistaken van de politie uit en daarin spelen wijkagenten een centrale rol.
De basisteams dienen als eerste aanspreekpunt voor burgers en moeten veelvoorkomende criminaliteit opsporen. Via de meldkamer worden de teams ingeschakeld voor zowel noodhulp als niet-spoedeisende meldingen. Ze zijn opgebouwd uit enkele tientallen tot maximaal tweehonderd fte’s. Door de basisteams moet de politie op straat beter zichtbaar worden.
Maar agenten klagen over ‘een anonieme grote hoop waarin men is terechtgekomen’. De vele protocollen maken het werk bovendien moeizamer. Alle onderzochte basisteams proberen door het creëren van subteams antwoorden te vinden op het feit dat ze te groot zijn om uit zichzelf een sociaal verband te vormen. Het functioneren van deze subteams levert binnen de basisteams ook veel discussie, onrust en onvrede op, zo blijkt uit het rapport.