Het percentage werknemers met een publieke taak dat slachtoffer is van geweld en agressie, is tussen 2011 en 2012 stabiel gebleven. Werkgevers met een publieke taak passen beleid om agressie en geweld tegen hun werknemers tegen te gaan, beter toe en werknemers weten beter wat dat beleid inhoudt. Maar agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak blijven onacceptabel en minister Plasterk van Binnenlandse Zaken (BZK) blijft dan ook streven naar een daling van het aantal incidenten.
Met het programma Veilige Publieke Taak (VPT) zet Plasterk de ondersteuning aan werkgevers voort. Hij richt zich op preventie en de lokale bestuurlijke aanpak van agressie en geweld. Dit staat in de brief over de zogeheten Metamonitor Veilige Publieke Taak (VPT) 2013 die hij vandaag mede namens minister Opstelten van Veiligheid en Justitie naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Uit deze metamonitor, een nieuw efficiënter onderzoeksinstrument dat eerder gebruikte monitorinstrumenten bundelt, blijkt dat 36 procent van de werknemers met een publieke taak in 2012 te maken had met agressie en geweld. Dit beeld wijkt niet significant af van dat van 2011. Uit eerdere monitors bleek dat de omvang van agressie en geweld in de periode tussen 2007 en 2009 nagenoeg gelijk was gebleven. In de periode tussen 2009 en 2011 was sprake van een significante daling.
Bij organisaties met een publieke taak is een grotere implementatie en doorwerking zichtbaar van het agressie- en geweldsbeleid. Werknemers zijn vaker tevreden over het beleid. Ook blijkt dat werknemers incidenten vaker melden en registreren. Registratie van incidenten is cruciaal om tot een goede aanpak te komen. In de veiligheidsector lijkt sprake van een toename van het percentage slachtoffers, terwijl het afneemt in het stads- en streekvervoer. In de zorg en het onderwijs is het slachtofferschap stabiel. Voor de zorg geldt wel dat het slachtofferschap tussen beroepsgroepen sterk uiteenloopt. In het openbaar bestuur zijn grote verschillen waarneembaar tussen de bestuurslagen en worden werknemers van gemeenten beduidend vaker met agressie en geweld geconfronteerd dan andere ambtenaren. In het openbaar bestuur als geheel zijn de cijfers stabiel, maar burgemeesters en wethouders hebben met een toename van agressie en geweld te maken.
Tegelijk is onderzocht of sectoren zelf onderzoek doen naar agressie en geweld. Een aantal VPT-sectoren laat goed opgezette, bruikbare monitors uitvoeren, zoals het onderwijs, de zorg, stads- en streekvervoer en het openbaar bestuur. Voor andere sectoren zijn minder bruikbare of volledige onderzoeken beschikbaar. Minister Plasterk zal deze sectoren aansporen werk te maken van onderzoek. Alleen met juiste gegevens over agressie en geweld kan efficiënt beleid worden ingezet.
Om het aantal slachtoffers terug te dringen doet minister Plasterk een beroep op alle betrokken werkgevers en werknemers om de acht VPT-maatregelen op de werkvloer toe te passen. Hij blijft organisaties hulp bieden door middel van het programma VPT, dat tot en met 2016 is verlengd, en het expertisecentrum Veilige Publieke Taak. De resultaten van de metamonitor zijn inmiddels met de verschillende sectoren gedeeld.