
Ruim zeventig landen hebben overeenstemming bereikt over de tekst voor een nieuw internationaal verdrag voor rechtshulp en uitlevering bij internationale misdrijven. Het verdrag kent concrete afspraken over samenwerking bij het opsporen, vervolgen, berechten en bestraffen van met name genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven.
Door dit verdrag moet de samenwerking tussen landen bij deze zeer zware misdrijven worden vergemakkelijkt, zodat straffeloosheid wordt aangepakt. Nederland zal de ondertekening van het verdrag gaan organiseren. Deze zal plaatsvinden in de eerste helft van 2024 in het Vredespaleis te Den Haag.
Het verdrag vergemakkelijkt de samenwerking omdat het de noodzakelijke juridische basis levert voor strafrechtelijke samenwerking waar deze er momenteel niet altijd is, bijvoorbeeld met landen buiten de EU waar internationale misdrijven zijn gepleegd. Tevens zijn er tal van praktische en moderne mogelijkheden tot samenwerking opgenomen die de uitvoeringspraktijk en effectieve samenwerking zullen vergemakkelijken. Zo kent het verdrag onder meer artikelen over ‘Joint Investigation Teams’, slachtoffers, restitutie en confiscatie, uitwisseling van informatie, privacy, videoconferencing en diverse opsporingstechnieken.
Na de ondertekening zullen de landen het verdrag nog moeten ratificeren. Er zijn ten minste drie ratificaties noodzakelijk voor de inwerkingtreding.