Criminelen gebruiken steeds zwaardere explosieven bij plofkraken. Dat blijkt uit nieuwe gegevens van banken. De sector overweegt het aantal geldautomaten verder terug te brengen.
Het aantal plofkraken is vorig jaar gestegen. In 2016 waren er 79 plofkraken, tegenover 56 in 2015. Waar geldautomaten een paar jaar geleden met een gasmengsel werden opgeblazen, gebruiken criminelen tegenwoordig zware explosieven. Het afgelopen jaar gebeurde dat in bijna de helft (43 procent) van de plofkraken. Na de zomer nam het gebruik van springstoffen opvallend toe. Inmiddels lijkt het de standaardwerkwijze van plofkrakers geworden. Van de tien plofkraken dit jaar werden er acht gepleegd met explosieven.
De Nederlandse Vereniging van Banken, de politie en het Openbaar Ministerie maken zich zorgen over deze trend. Er is een toenemend risico voor omwonenden van geldautomaten en de aangerichte schade is ook groter.
Dat het aantal plofkraken in Nederland stijgt, heeft volgens de partijen meerdere oorzaken. Verschillende plofkrakers die de afgelopen jaren in de gevangenis zaten, zijn op vrije voeten gekomen. Ze pakken hun oude ‘beroep’ meteen weer op, constateert de politie. De afgelopen tijd sloegen ze vaak toe in Duitsland, dat te maken kreeg met een golf aan plofkraken. Nu de banken ook daar betere veiligheidsmaatregelen nemen, keren de plofkrakers terug naar Nederland.
Dat criminelen steeds zwaardere explosieven gebruiken om de geldautomaten op te blazen, heeft te maken met betere beveiliging. Zo hebben veel automaten tegenwoordig gasdetectie. Als de apparaten gas ‘ruiken’, gaat een alarm af. Ook zijn de kluizen met geldcassettes verstevigd.