Coen Staal, voorzitter van de Nationale Inbraakpreventie Weken: “Helemaal donker of slechts een of twee lampjes aan, staat min of meer gelijk aan een briefje op de deur met ‘wij zijn niet thuis met de feestdagen’. Inbrekers weten dan dat ze volop de tijd hebben om toe te slaan. Juist tijdens de feestdagen wordt bijna twee keer zo vaak ingebroken als in de rest van het jaar. Tref daarom de juiste maatregelen.”
Bijna een kwart regelt zelf, met behulp van een app, tijdschakelaars of de buren, dat de lampen die ze normaliter aanhebben, ook tijdens hun afwezigheid aangaan. “Zo is het voor een inbreker onduidelijk of er iemand thuis is. Hij zal dan eerder bij een woning inbreken waar het wel evident is dat men er niet is”, aldus Staal.
“Deuren goed op slot doen en een bewoonde indruk achterlaten: dat zou iedereen sowieso moeten doen”, zegt Staal. “Gewoon volop de verlichting aan. Het kost misschien wat extra aan stroom, maar brengt een inbreker wel aan het twijfelen. Inventariseer op een vrije middag ook eens de zwakke plekken van je huis.” Onderzoek laat namelijk zien dat bijna iedereen onterecht denkt dat het met de beveiliging van zijn huis wel snor zit. Toch zijn bijvoorbeeld maar liefst vier van de vijf achterdeuren zodanig slecht beveiligd dat een inbreker binnen enkele minuten binnen is.
Extra hulp biedt de InbraakPreventieCheck op www.inbraakmislukt.nl. Daarmee is aan de hand van foto’s eenvoudig te controleren hoe het nu gesteld is met de beveiliging van het huis en wat er eventueel aan verbeterd kan worden.