Het is niet wenselijk om in GGZ-instellingen te gaan controleren op wapens. Dit creëert schijnveiligheid die kan leiden tot angst of argwaan onder kwetsbare mensen die juist de behoefte hebben aan rust. Dat antwoordt demissionair staatssecretaris Blokhuis (VWS) op vragen van het CDA naar aanleiding van een geweldsincident bij een GGZ-instelling in Den Haag.
Een 67-jarige man in psychische nood schoot daar twee hulpverleners neer. Daarna schoot de man, die op afspraak naar de instelling was gekomen, zichzelf dood.
Blokhuis: “In het algemeen kan worden gezegd dat bij dit soort panden met deze doelgroepen geen controles op wapens plaatsvinden voordat mensen het pand betreden. Het gaat hier over vrij toegankelijke, laagdrempelige zorgvoorzieningen, niet over een zware afdeling met hoog risico op geweld.”
Volgens Blokhuis zijn er verschillende professionele richtlijnen en standaarden betreffende het behandelen of voorkomen van agressie, bijvoorbeeld de generieke module acute psychiatrie. Afhankelijk van de aard van de agressie/gewelddadigheid worden deze ingezet.
Trainingen
“Om te voorkomen dat agressie escaleert in geweld wordt GGZ-personeel getraind om dergelijk gedrag te herkennen, waar mogelijk te de-escaleren of anders hoe hier het beste mee om te gaan. Wanneer er risicofactoren aanwezig zijn worden er voorzorgsmaatregelen genomen. Dit kan variëren van het voeren van een gesprek samen met een collega tot politieondersteuning bij een gesprek.”
Werkgevers zijn op grond van de Arbowet verplicht om een beleid te voeren dat erop gericht is om agressie en geweld tegen medewerkers zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Dit moet vooral op de werkvloer gebeuren.