Criminelen die na hun daad naar Duitsland of België vluchten, kunnen voortaan sneller worden gepakt. Het wordt namelijk mogelijk om een rechtshulpverzoek aan een ander land via internet te doen. Op het moment moet dit nog per post, wat de internationale opsporing niet echt vergemakkelijkt.
Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) bespreekt het via internet indienen van rechtshulpverzoek maandag met zijn collega’s uit België en de Duiste deelstaat Noordrijn-Westfalen. Per jaar worden er alleen al in de Limburgse grensregio in totaal tussen de 4500 en vijfduizend rechtshulpverzoeken verzonden tussen Nederland, België en Duitsland. Als deze binnenkort via goed beveiligde datalijnen gaan, kunnen opsporingsdiensten sneller actie ondernemen, stelt het ministerie.
Vanwege strenge veiligheidseisen aan het juridische informatieverkeer gebeurde dit tot nu toe niet. Zulke gevoelige informatie mag namelijk niet onderschept worden. De tijden veranderen echter en tegenwoordig maakt de techniek zeer veilig berichtenverkeer via internet mogelijk. In mei wordt gestart met een proef met versturen van de rechtshulpverzoeken tussen de Openbaar Ministeries van Nederland en Noordrijn-Westfalen. Daarbij gaat het vooral om samenwerking op het gebied van motorbendes, drugscriminaliteit, mensenhandel en rondtrekkende dadergroepen die zich vooral bezighouden met woninginbraak en autodiefstal.