Vrijwillige buurtbemiddelingsteams zijn een effectief middel tegen burenoverlast. Uit de jaarlijkse benchmark van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) blijkt dat landelijk in 2013 gemiddeld 69 procent van de zaken werd opgelost. In augustus zetten 207 gemeenten vrijwillige buurtbemiddelingsteams in. In 2007 waren dat er nog 77. In deze gemeenten is buurtbemiddeling de eerste mogelijkheid om burenconflicten op te lossen.
Buurtbemiddeling heeft de meeste kans van slagen als bewoners tijdig aan de bel trekken. In een zo vroeg mogelijk stadium van de overlast waarin ruzie niet is geëscaleerd, kunnen buren vaak nog een normaal gesprek met elkaar voeren. Dat is een stuk lastiger als de emoties hoog opgelopen zijn en partijen aan hun standpunten vasthouden.
Buurtbemiddeling maakt gebruik van de eigen kracht van bewoners. Komen bewoners er niet zelfstandig uit, dan kunnen ze onder de deskundige begeleiding van twee vrijwillige buurtbemiddelaars gezamenlijk hun probleem oplossen, zonder een beroep te hoeven doen op bijvoorbeeld politie, woningcorporatie of gemeente. Bewoners opgeleid tot buurtbemiddelaar, zetten zich belangeloos in om burenruzies te helpen oplossen.