Een 24-jarige man is veroordeeld voor een poging tot zware mishandeling van een beveiliger op de kermis in Den Haag in april. De verdachte hield het slachtoffer in een wurggreep waardoor die enige tijd geen adem kon halen.
De rechtbank legt de verdachte een celstraf op van 90 dagen, waarvan 47 dagen voorwaardelijk. Ook krijgt hij een taakstraf van 120 uur.
Op de bewuste dag kreeg de verdachte bij de ingang van het kermisterrein op het Malieveld een discussie met de beveiliging omdat hij niet gefouilleerd wilde worden. Twee beveiligers, onder wie het latere slachtoffer, hadden de verdachte aan zijn armen vast om hem naar de beveiligingskeet te begeleiden.
De man verzette zich, trok zich los en klemde zijn armen om de nek van het slachtoffer. Deze kon gedurende enige tijd geen ademhalen, belandde in ademnood en werd duizelig. De verdachte heeft losgelaten nadat de beveiligers een aantal malen hebben geprobeerd de verwurging te stoppen. Het incident duurde ruim 30 seconden.
De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling. Voor poging tot doodslag is onvoldoende bewijs omdat niet is duidelijk is geworden met welke kracht en intensiteit de verdachte zijn wurggreep heeft uitgevoerd. Niet kan worden vastgesteld dat het beletten van de ademhaling en bloedsomloop dusdanig lang heeft geduurd dat er een reële kans op de dood was. Wel is zeker dat het beletten van de ademhaling voor enige tijd kan leiden tot hersenbeschadiging en uitval van lichaamsfuncties.
De verdachte heeft door zijn manier van handelen geen enkel respect getoond voor de lichamelijke integriteit van de beveiliger die gewoon zijn werk deed. Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de verdachte eerder voor geweldsdelicten is veroordeeld.