Zolang banken en matrassen veel rook blijven produceren, heeft elke brandpreventieve maatregel om rookverspreiding te beperken onvoldoende effect. De combinatie van het beperken van synthetisch materiaal in de inventaris en het sluiten van deuren is het meest effectief. Dat stellen onderzoekers van de Brandweeracademie van het IFV in het rapport ‘Rookverspreiding in woongebouwen’.
Vorig jaar deden de Brandweeracademie van het IFV, Veiligheidsregio Utrecht en Brandweer Nederland negentien experimenten in een leegstaand woonzorgcomplex in Oudewater. De analyse van de enorme hoeveelheid data levert vier belangrijke conclusies op, meldt IFV.
De nieuwe eisen van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) dat in 2021 van kracht wordt, zoals zelfsluitende en rookwerende deuren, zijn maar beperkt effectief en niet voor de (zeer) kwetsbare ouderen die minder zelfredzaam zijn. Deze voorzieningen om rookverspreiding tegen te gaan zijn alleen doeltreffend, als ook iets gedaan wordt aan de rookproductie van de bron van de brand, met name banken en matrassen.
Een brandende bank leidt niet alleen tot een dodelijke situatie in de desbetreffende woning, maar ook in andere woningen. Stay-in-place, dit wil zeggen bewoners in een niet-brandende woning laten blijven zitten en niet vluchten, is alleen mogelijk als de rookproductie sterk wordt beperkt.
Incidentbestrijding
Ook voor de incidentbestrijding levert het praktijkonderzoek nieuwe inzichten op. Projectleider Hans Hazebroek: “Voor aanvang van de brandweerinzet is er tijdens alle negentien testen al rookverspreiding geweest buiten de brandruimte. Doordat niet alle rook zichtbaar is, is de omvang en ernst van de rookverspreiding moeilijk in te schatten. Dat gegeven moet de uitgangspositie zijn voor de brandweerinzet. Ons rapport geeft hiervoor handvatten.”
“Doel van de brandweerinzet moet zijn om, naast het bestrijden van de brand, verdere rookverspreiding zo veel mogelijk te beperken”, aldus onderzoeksleider Lieuwe de Witte. “Het open of gesloten zijn van de deur van de brandruimte is bepalend voor de keuze van de inzettactiek. Wanneer bij aankomst van de brandweer de deur naar de brandruimte openstaat, is blussen vóór redden het meest optimaal voor de vlucht- en overlevingsmogelijkheden. Zit de deur dicht, dan is redden vóór blussen het gunstigst.”