De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) waarschuwt voor het groeiend aantal steden dat last heeft van probleemjongeren onder de twaalf jaar. Deze groep is lastig aan te pakken en dat wordt volgens de belangenorganisatie alleen maar moeilijker.
Volgens onderzoek van de DSP Groep komt gemiddeld jaarlijks één op de vijfhonderd kinderen tussen de vier en twaalf jaar met politie in aanraking. Meestal begint het met vernielingen, waarna de criminele carrière stap voor stap erger wordt. Ook diefstallen en geweldpleging komen steeds meer voor. De VNG hield een inventarisatie onder de 32 grootste gemeentes. De misdadige kinderen zijn volgens de organisatie nauwelijks aan te pakken.
De zorgen van de gemeenten worden des te groter omdat de Eerste Kamer bij minister Opstelten (Veiligheid) een wetswijziging voorstelt. Die zou tot gevolg hebben dat de burgemeester ouders van in groepsverband overlast veroorzakende 12-minners niet langer op grond van artikel 172b een bevel mag geven erop toe te zien dat hun kinderen ’s avonds laat niet onbegeleid op straat komen. Dit enige instrument dat gemeenten nog hebben om jeugdoverlast te bestrijden, moet volgens de Eerste Kamer verdwijnen. De VNG vreest nu dat kinderen hierdoor vrij spel krijgen.
Meerdere steden hebben inmiddels projecten om kinderen van het verkeerde pad af te houden. In Amsterdam krijgen bijvoorbeeld ook broertjes en zusjes van criminele jongeren extra aandacht van gemeente en politie.