Een deel van de kosten die de overheid maakt voor de opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten en voor het verblijf in een justitiële inrichting wordt op de daders verhaald. Dit staat in twee wetsvoorstellen die minister Opstelten en staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) maandag voor advies naar verschillende instanties hebben gestuurd, zoals de Raad voor de rechtspraak en het openbaar ministerie.
Ook gaan daders een bijdrage leveren in de kosten van de zorg aan slachtoffers van strafbare feiten. Daarom gaat een deel van de opbrengsten naar de slachtofferzorg. De bijdrage voor kosten van de veroordeling en slachtofferzorg moet samen met de eigen bijdrage voor het verblijf in een justitiële inrichting leiden tot een netto opbrengst van 65 miljoen euro per jaar. De bewindslieden vinden het niet vanzelfsprekend dat kosten voor strafvorderlijk optreden, slachtofferzorg en tenuitvoerlegging van straffen alleen of in hoofdzaak door de samenleving worden gedragen. Veroordeelden hebben de wet overtreden en een straf gekregen. Zij hebben optreden van de overheid uitgelokt en worden daarvoor verantwoordelijk gehouden. Vanwege de hoge kosten, wordt de dader geacht bij te dragen. Daarom betalen veroordeelden, waarvan de straf onherroepelijk is geworden, straks een vast (forfaitair) bedrag als bijdrage in de kosten van de strafvordering en de slachtofferzorg. Daarmee sluit Nederland aan bij een groot aantal Europese landen die een soortgelijke regeling kennen.
De regeling omvat de kosten van politie, openbaar ministerie en NFI, berechting en van de slachtofferzorg. Veroordeelden betalen niet de daadwerkelijk gemaakte kosten maar een deel in de vorm van een vast (forfaitair) bedrag, waarvan de hoogte varieert. Dat hangt bijvoorbeeld af van wie de verdachte veroordeelt, een enkelvoudige of meervoudige kamer. De minister stelt het bedrag later definitief vast bij algemene maatregel van bestuur.
Er is geen omvangrijke administratie nodig. De bijdrage wordt geïnd nadat de straf onherroepelijk is geworden. Zes weken na de ontvangen factuur moet de dader betalen. Het maakt niet uit of de verdachte straf krijgt voor meerdere delicten, zolang er één strafproces wordt gevoerd, betaalt hij maar één bedrag. Opstelten wil voorkomen dat de bijdrageverplichting de resocialisatie van de veroordeelde in de weg staat of andere (sociale) problemen veroorzaakt. Daarom is een betalingsregeling of (tijdelijk) uitstel van betaling mogelijk.
In het tweede wetsvoorstel, dat staatssecretaris Teeven presenteert, staat dat gedetineerden, tbs-gestelden en ouders van veroordeelde jeugdigen een eigen bijdrage betalen voor verblijf in een inrichting. Er zal een bijdrage gelden van zestien euro per dag, met een maximum van twee jaar. Zodra de straf ten uitvoer wordt gelegd, is de dader voor zijn verblijf een eigen bijdrage verschuldigd en kan deze worden geïnd. Binnen zes weken na de ontvangen factuur moet de dader betalen.