De camera’s in de zelfscanners die Albert Heijn sinds 2019 gebruikt zijn geschikt voor gezichtsherkenning. De camera’s staan echter uit en sinds de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) de supermarkten begin juni 2020 heeft gewezen op de regels voor gezichtsherkenning zijn er geen signalen dat supermarkten alsnog gebruik maken van gezichtsherkenningstechnologie.
Dat antwoordt demissionair minister Dekker (Rechtsbescherming) op vragen van de PvdD over de bescherming van de privacy en het gebruik van de front-facing camera’s op de zelfscanners van Albert Heijn.
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) staat de verwerking van biometrische gegevens alleen toe in gevallen waarin onomwonden vrijelijke expliciete toestemming wordt verleend of wanneer er redenen van zwaarwegend algemeen belang zijn om gezichtsherkenning toe te passen voor authenticatie of beveiliging.
Uitvoeringswet
Dekker: “Deze voorwaarden zullen in de Uitvoeringswet AVG (UAVG) duidelijker worden verwoord. In de wettekst wordt expliciet opgenomen dat de uitzonderingsgrond van artikel 29 alleen kan worden toegepast wanneer dat nodig is voor een zwaarwegend algemeen belang.”
Volgens de minister maakt het simpele feit dat apparatuur zoals zelfscanners over technische mogelijkheden beschikt tot het verwerken van biometrische gegevens het gebruik van deze apparatuur niet per definitie ongewenst.
“In ieder geval is de verwerking van biometrische gegevens alleen toegestaan in die gevallen waarin onomwonden expliciete toestemming wordt verleend of wanneer er redenen van zwaarwegend algemeen belang zijn om gezichtsherkenning toe te passen voor authenticatie of beveiligingsdoeleinden. Ook voor de verwerking van andere persoonsgegevens is de AVG onverkort van toepassing.”