Burgemeesters kunnen in de toekomst niet willekeurig en ongecontroleerd burgers bespioneren met drones. Dat meldt het ministerie van Veiligheid en Justitie naar aanleiding van berichtgeving hierover in dagblad Metro.
Volgens het ministerie kunnen gemeenten in de toekomst drones inzetten om effectief en gericht op te treden tegen verstoring van de openbare orde in probleemgebieden. De inzet van drones kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn als er grote mensenmassa’s bijeen zijn in de publieke ruimte. Met drones kan dan vanuit de lucht worden gevolgd hoe groepen mensen zich binnen een bepaald gebied verplaatsen. Zo kan worden voorkomen dat de openbare orde in gevaar komt doordat teveel mensen op hetzelfde moment bij elkaar komen. Maar drones worden nooit zomaar ingezet, zegt het ministerie. De inzet van camera’s moet proportioneel zijn en daarbij wordt rekening gehouden met de specifieke omstandigheden en de persoonlijke levenssfeer.
De inzet van drones wordt mogelijk gemaakt door het wetsvoorstel Flexibel cameratoezicht, dat de ministers van Veiligheid en Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in maart 2013 naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Door dit wetsvoorstel kunnen burgemeesters straks voor handhaving van de openbare orde naast vaste camera’s ook gemakkelijker flexibele camera’s inzetten.