Justitie heeft voor het eerst in twintig jaar een zogenoemde ‘criminele burgerinfiltrant’ ingezet bij een rechercheonderzoek, heeft het Openbaar Ministerie bekendgemaakt. Begin maart werden daardoor acht mannen opgepakt die onder meer worden verdacht van internationale handel in harddrugs.
Het gaat om een internationaal drugsnetwerk dat opereerde vanuit Friesland, waarbij de motorclubs Hells Angels en Red Devils waren betrokken, meldt de NOS. De drugslijnen liepen vanuit Friesland naar Finland, Australië, Engeland en Ierland. De ‘criminele burgerinfiltrant’ maakte zelf deel uit van het drugsnetwerk. Dat is dus anders dan wanneer een politie-agent infiltreert in een criminele organisatie, wat regelmatig gebeurt.
Het inzetten van criminele infiltranten raakte in opspraak in de jaren negentig, na de IRT-affaire. Toen bleek dat de politie gecontroleerd in drugs handelde om de drugshandel van crimineel Klaas Bruinsma op te sporen. De parlementaire enquêtecommissie-Van Traa oordeelde in 1996 dat de politie daarmee ver buiten zijn boekje was gegaan.
In 2014 werd het weer toegestaan om criminele infiltranten te gebruiken, maar de politie heeft niet eerder bekendgemaakt dat daadwerkelijk te hebben gedaan. Wel vermoeden advocaten in verschillende strafzaken dat het gebeurd is, maar justitie mag dit geheimhouden zolang dat voor het onderzoek nodig is. Voor het middel gelden strenge voorwaarden. Zo mag de infiltrant alleen gebruikt worden als het op geen enkele andere manier mogelijk is om een zaak op te lossen. Dat was het geval in deze zaak, zegt een officier van justitie van het Openbaar Ministerie Noord-Nederland.