Drie op de tien jongeren tussen twaalf en 22 jaar zegt desgevraagd het afgelopen jaar wel eens online een misdrijf te hebben gepleegd. Dat bleek dinsdag uit de presentatie van de monitor jeugdcriminaliteit van het wetenschappelijk onderzoeks- en documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Het gaat dan bijvoorbeeld om inloggen op een computer of netwerk zonder toestemming, het wijzigen van iemand anders wachtwoord, zich voordoen als iemand anders op internet, iemand online bedreigen of tegen iemands wil seksueel getinte foto’s van hem of haar rondsturen.
Maar naarmate de online mogelijkheden ingewikkelder worden, worden de mogelijkheden om er misdrijven mee te plegen dat ook. De komende tijd gaat het WODC onderzoek doen naar de mate waarin en de manier waarop jongeren betrokken zijn bij cybercriminaliteit. Vragen daarbij zijn onder meer wat de kenmerken zijn van jongeren die zich schuldig maken aan online criminaliteit. Zijn dat dezelfde kenmerken als hun leeftijdsgenoten die dat offline doen? Hoe groot is de overlap tussen deze groepen?
Naar verwachting zijn de eerste resultaten van het WODC-onderzoek eind 2016 klaar.