De Eerste Kamer heeft dinsdag toch ingestemd met de tussentijdse begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Maandenlang dreigden de oppositiepartijen de begrotingswijziging in de Eerste Kamer, waar de coalitie van VVD en PvdA geen meerderheid heeft, te torpederen. Uiteindelijk stemden alleen de senaatsfracties van de SP en PVV dinsdag tegen de begroting.
Eerder lieten de oppositiefracties in de Tweede Kamer, met uitzondering van de SP, PVV en VNL, hun bezwaren ook al varen. In de onlangs gepresenteerde Voorjaarsnota maakte het kabinet bekend dat er extra geld wordt uitgetrokken voor het justitiedepartement. De politie krijgt er tussentijds 49 miljoen euro bij. Dat komt bovenop de 250 miljoen extra die in 2015 al aan het departement beloofd was. Meer geld kon er volgens het kabinet niet bij.
De oppositie vond dat het kabinet met te weinig geld over de brug kwam. Er zou een bedrag van tussen de 150 en 200 miljoen bij moeten om de problemen bij politie, het Openbaar Ministerie en de rechtspraak aan te pakken. De kerntaak, veiligheid, zou volgens hen onder grote druk staan. De partijen stellen nu dat een stem tegen de begrotingswijzigingen zou betekenen dat het extra geld dat het kabinet wel vrijmaakt, niet naar het justitiedepartement zou gaan. Daarmee zou het ministerie ook niet zijn geholpen.