Een medewerker van de Koninklijke Marechaussee (KMar) die begin oktober 2020 in een vertrekhal op Schiphol op een man heeft geschoten, heeft rechtmatig gehandeld. Dat concludeert het OM na een onderzoek door de Rijksrecherche. De KMar-medewerker heeft volgens de officier van justitie gehandeld vanuit een noodweersituatie.
Op de avond van het incident reageerde de KMar-medewerker met twee collega’s op een melding over een verward persoon met een mes in de vertrekhal. Deze man bleek in beide handen een mes te hebben. De KMar-medewerker en zijn collega’s hebben de man herhaaldelijk gesommeerd zijn messen te laten vallen. De man leek in een psychose te verkeren en gaf hier geen gehoor aan.
In plaats daarvan stapte hij dreigend met zijn messen op de KMar-medewerkers af. Het bleek niet mogelijk om een waarschuwingsschot te lossen in verband met gevaar voor omstanders. De KMar-medewerker besloot daarop om gericht op de benen van de dreigende man te schieten. Toen bleek dat het gevaar niet was weggenomen, is een tweede keer op de benen van de man geschoten.
Wapenstok
Zoals gebruikelijk heeft de Rijksrecherche onderzoek gedaan naar het gebruik van het dienstwapen. Het OM concludeert op basis van dit onderzoek dat het gebruik van het dienstwapen noodzakelijk was ter verdediging. Er was geen andere manier meer om de man onder controle te brengen: hij reageerde niet op herhaalde verzoeken om te messen te laten vallen. Gebruik van een wapenstok of pepperspray was gelet op de afstand en de veiligheid van de KMar-medewerkers niet mogelijk.
Alles afwegende is het OM van mening dat het geweld rechtmatig is aangewend. Ten aanzien van het toegepaste vuurwapengebruik is volgens het OM vast komen te staan dat de KMar-medewerker een beroep op noodweer kan doen. De betrokkenen zijn van deze beslissing op de hoogte gesteld.