
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft de gemeente Voorschoten een boete opgelegd van dertigduizend euro. De gemeente bewaarde informatie over afval van huishoudens veel langer dan nodig en informeerde de inwoners hier niet goed over.
In Voorschoten werden in 2018 en 2019 de kliko’s (voor huizen) en ondergrondse containers (voor appartementen) vervangen. De kliko’s en tokens voor de ondergrondse containers hebben een chip met nummer, dat aan een huisadres is gekoppeld. Het doel hiervan is om meer gescheiden afval op te halen, door de hoeveelheid restafval die inwoners kunnen aanbieden te beperken.
Als een huishouden een kliko vaker dan om de week aanbiedt, weigert de vuilniswagen deze te legen. Of de toegang tot een ondergrondse container wordt na vijf zakken restafval op een dag geblokkeerd voor de rest van de dag. Voor deze systemen is het nodig om enige tijd te beschikken over de ‘stortgegevens’ van het betreffende huishouden.
Dat past op zichzelf binnen de publieke taak van de gemeente. Maar waar het volgens de AP fout ging, is dat de gemeente de gegevens te lang bewaarde. Van kliko’s zo lang deze in gebruik zijn en van de tokens vijf jaar. Dat is veel langer dan noodzakelijk om te controleren of een huishouden over de toegestane hoeveelheid gaat.
Bovendien heeft de gemeente de inwoners niet juist geïnformeerd. De gemeente heeft wel brieven gestuurd over de nieuwe containers en tokens, maar die waren niet duidelijk genoeg over het gebruik van persoonsgegevens bij het verzamelen van afval.
Beide overtredingen zijn inmiddels beëindigd. De gemeente heeft de bewaartermijn teruggebracht tot 14 dagen.