
De rechtbank heeft een 26-jarige man en een 17-jarige jongen veroordeeld voor een steekpartij in de buurt van een middelbare school in Arnhem. De man krijgt een voorwaardelijke celstraf van 1 maand. Daarbij moet hij een taakstraf van 120 uur uitvoeren. De rechtbank legt aan de jongen een jeugddetentie op van 7 dagen met aftrek van het voorarrest. Daarbij moet hij een werkstaf van 160 uur, waarvan 80 uur voorwaardelijk verrichten.
De man en de jongen raakten in september 2021 met elkaar in conflict. Aanleiding was een eerdere confrontatie tussen de jongere broer van de 26-jarige man en de 17-jarige jongen en zijn vrienden. De rechtbank oordeelt dat de man een poging deed om de jongen zwaar te mishandelen. De man sloeg de jongen onder andere met vuistslagen in zijn gezicht en tegen zijn hoofd.
De jongen stak de man vervolgens met een mes in zijn zij. Tijdens het afpakken van het mes raakte de man gewond aan zijn hand. Een van de vrienden van de jongen bemoeide zich met het conflict. Hij kreeg ook vuistslagen in zijn gezicht en tegen zijn hoofd van de man. De ruzie speelde zich af onder het oog van scholieren, schoolmedewerkers en omstanders.
Noodweer
De advocaat van de man deed een beroep op noodweer dan wel noodweerexces. De rechtbank verwerpt deze beroepen, omdat er geen sprake was van een wederrechtelijke aanranding van de man of zijn jongere broer. Er was dus geen noodzaak tot (zelf)verdediging.
Ook de advocaat van de 17-jarige jongen deed een beroep op noodweer. De rechtbank concludeert dat sprake was van een dreigende ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding, maar dat de jongen de confrontatie had kunnen en moeten onttrekken door weg te rennen. De jongen ging de confrontatie echter welbewust niet uit de weg.