Het vrijgeven van dronebeelden van het woonprotest in Rotterdam door de politie is uitzonderlijk. Volgens demissionair minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) kan berichtgeving op sociale media zorgen voor vertekende beeldvorming en heeft de politie met publicatie van de dronebeelden een ander perspectief willen laten zien en extra duiding willen geven over het eigen optreden.
Dat antwoordt Grapperhaus op Kamervragen van BIJ1. “De dronebeelden zijn gemaakt voor handhaving van de openbare orde en veiligheid. Artikel 3 Politiewet 2012 vormt hiervoor de grondslag. Bij het handhaven van de openbare orde en veiligheid kunnen mensenstromen met een drone beter worden gemonitord. Kleine opstootjes of onrust in de menigte die vanaf de grond niet zichtbaar zijn, kunnen met een drone snel worden gelokaliseerd.”
De waarnemingen beperken zich volgens Grapperhaus tot wat zich op de openbare weg afspeelt. Er mogen geen beelden worden gemaakt waarbij er een meer dan beperkte inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de mensen die in beeld komen.
Afweging
De dronebeelden zijn later door de politie geanonimiseerd gepubliceerd. Grapperhaus: “Transparantie over het handelen van de politie en het afleggen van verantwoording over het gebruik van de geweldsbevoegdheid zijn cruciaal voor het vertrouwen in de politieorganisatie. Voorafgaand aan deze publicatie heeft afstemming met het bevoegd gezag plaatsgevonden. Daarin is een afweging gemaakt in lijn met landelijke interne richtlijnen bij de politie. Denk aan het doel van publicatie, de proportionaliteit, subsidiariteit en context.”
Dat de dronebeelden niet integraal zijn gepubliceerd, is volgens de minister te verklaren doordat de aanleiding voor het ingrijpen van de politie niet bestond uit één gebeurtenis. Grapperhaus: “Deze werd gevormd door een opeenstapeling van informatie en gebeurtenissen over de gehele dag. De camera van de drone nam niet continu op. Bij een demonstratie worden door de politie dronebeelden alleen opgeslagen als er zichtbaar sprake is van opstootjes of bij onrust in de menigte, of als er geweld wordt gebruikt. Bij een rustig verloop van een demonstratie is er geen aanleiding om dronebeelden op te slaan.”
Geblurred
Van de bewaarde beelden heeft de politie de beelden gepubliceerd die betrekking hebben op het politieoptreden waarover op sociale media maatschappelijke discussie is ontstaan en op wat daaraan vooraf ging. Grapperhaus: “Er zijn alleen beelden gebruikt waar personen niet herkenbaar of herleidbaar worden getoond. Waar nodig is er ‘geblurred’ in de beelden.”
De minister is het niet eens met Amnesty International dat het erop lijkt dat de politie de geknipte dronebeelden gebruikt voor eigen communicatiedoeleinden, in plaats van daadwerkelijk verantwoording af te leggen over het hele politieoptreden tijdens het protest. “Geweldsaanwending door de politie moet altijd worden gemeld en getoetst door de hulpofficier van justitie. In bepaalde gevallen, de meer ernstige vormen van geweld, wordt het geweld tevens beoordeeld door de officier van justitie. Op die wijze vindt toetsing, beoordeling en verantwoording plaats over geweldsaanwending. Dat is hier niet anders.”