Burgemeester Halsema van Amsterdam is geen voorstander van grootschalige preventief fouilleeracties. De Amsterdamse politiechef Paauw zei vrijdag preventief fouilleren in de stad opnieuw te willen overwegen. Maar de burgemeester vindt die werkwijze ‘niet erg effectief’.
De discussie over preventief fouilleren is weer actueel na meerdere geweldsincidenten in Amsterdam-Zuidoost en de vondst van steekwapens en kapmessen bij jongeren in de leeftijd van 11 tot 14 jaar, aldus AT5. Reden voor politiechef Paauw om de invoering ervan opnieuw te agenderen. “Er zit soms een dogma in de discussie dat preventief fouilleren – of überhaupt het handhaven van de norm op wapens – een-op-een overgaat in etnisch profileren. Maar preventief fouilleren selecteert juist niet”, aldus Paauw op AT5.
Maar volgens Halsema is er geen sprake van een dogma. “In Amsterdam is het juist de politie geweest die een aantal jaar geleden gezegd heeft dat de effectiviteit van preventief fouilleren niet groot genoeg was. En daarom is men ermee gestopt.” Volgens de burgemeester kosten preventief fouilleeracties te veel politie-inzet, iets wat in Amsterdam toch al schaars is. “In 2014 is het voor het laatst gedaan. Toen zijn er zestienduizend mensen gefouilleerd, dat heeft meer dan vijfduizend politie-uren gekost, en de opbrengst daarvan vond de politie zelf veel te gering.” Halsema ziet daarom veel meer in kleinschalig optreden.