
Een hek dat is geplaatst voor een nooddeur die uitkomt op een perceel in Beesd mag van de rechter blijven staan. De nooddeur was aangebracht door de eigenaren van een gastouderbureau om een nooduitgang te hebben voor het geval dat bij calamiteiten van de hoofdingang geen gebruik kan worden gemaakt.
Dat is volgens hen nodig om in de toekomst een kinderdagverblijf in het gebouw te mogen exploiteren. Volgens de kortgedingrechter handelden de eigenaren van het gastouderbureau door het plaatsen van de nooddeur echter in strijd met de wet en maakten de buren vervolgens geen misbruik van hun recht als eigenaar van hun perceel om de nooddeur te blokkeren met een hek.
Dat het aanwezig hebben van de nooddeur nodig is en dat die op de huidige locatie geplaatst diende te worden, zoals de eigenaren van het gastouderbureau stellen, is volgens de rechter onvoldoende onderbouwd. De nooddeur moet constructief worden vastgezet, zodat deze niet meer kan worden geopend.
IJzeren hekwerk
De buren maakten begin 2023 bezwaar tegen de nooddeur, omdat deze toegang geeft tot hun perceel. Omdat de nooddeur desgevraagd niet werd dichtgemaakt, lieten zij in juli een ijzeren hekwerk langs de muur van de uitbouw plaatsen, waardoor de nooddeur niet meer kan worden geopend. Daarop stapten de eigenaren van het gastouderbureau naar de voorzieningenrechter.
Zij vorderden dat – in afwachting van een mogelijk nog te voeren bodemprocedure – er een opening of uitsparing in het hekwerk wordt gemaakt zodat de nooddeur in het geval van calamiteiten gebruikt kan worden en dat de buren worden veroordeeld om een noodweg aan te wijzen over hun perceel naar de openbare weg.
Dit zou noodzakelijk zijn, omdat er geen andere toegang is tot de openbare weg, wanneer de hoofdingang van hun gebouw als gevolg van een calamiteit – zoals brand – niet kan worden gebruikt. Volgens hen maken de buren misbruik van hun eigendomsrecht door met het hekwerk de nooddeur te blokkeren. De buren vorderen op hun beurt dat de voorzieningenrechter de eigenaren van het gastouderbureau veroordeelt om de nooddeur constructief vast te zetten, zodat deze niet meer kan worden geopend.
Uitzicht
De voorzieningenrechter oordeelt dat de aanwezigheid van de aangebrachte nooddeur in strijd is met de wet. Er is namelijk een wetsartikel dat bepaalt dat – tenzij de eigenaar van het naburige erf daartoe toestemming geeft – het niet is toegestaan om binnen twee meter van de erfgrens vensters of andere muuropeningen aanwezig te hebben, voor zover deze op dit naburige erf uitzicht geven. Hier valt de ondoorzichtige nooddeur ook onder, omdat een deur nu eenmaal geopend kan worden waardoor er uitzicht op het perceel van de buren ontstaat.
Een afweging van de belangen van partijen leidt niet tot een ander oordeel. Dat er een noodzaak zou zijn om een nooddeur aanwezig te hebben en dat deze op de huidige plek moet komen om in de toekomst het kinderdagverblijf te kunnen exploiteren, is volgens de rechter onvoldoende onderbouwd.