Het verhogen van tipgelden leidt niet per definitie tot een hogere meldingsbereidheid over criminele activiteiten of betere informatie. Voor zowel criminele als niet-criminele tipgevers kan een financiële beloning een motief zijn om informatie te verstrekken, maar het is zeker niet altijd doorslaggevend.
Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van het WODC. De hoogte van tipgelden is afhankelijk van de waarde van de verstrekte informatie, het soort delict, de omvang van de zaak die ermee kan worden opgelost, en de bijdrage aan de opsporing en vervolging van strafbare feiten.
Naast tipgelden kan er ook een beloning worden uitgeloofd voor de opheldering van zeer ernstige misdrijven of de opsporing van gevaarlijke voortvluchtige verdachten of veroordeelden. Anders dan bij tipgelden, wordt er bij beloningen vooraf een bedrag bekendgemaakt.
Motieven
In het onderzoek komen diverse motieven naar voren voor het tippen van de politie over een strafbaar feit. Andere motieven dan geld zijn waarschijnlijk minstens even belangrijk voor het delen van informatie met de politie. Dikwijls gaat het om een combinatie van geboden bescherming, uit de weg ruimen van een concurrent, wraak of vergelding, of een behoefte aan aandacht.
Persoonlijke bescherming is voor beide soorten tipgevers van belang, maar criminele tipgevers zullen naar verwachting meer eisen stellen op het gebied van afscherming.
Van 2014 tot en met 2021 varieerden de beloningen tussen de drieduizend en dertigduizend euro gemiddeld per jaar. In 2014 en 2015 werd ongeveer dertig keer per jaar een beloning uitgeloofd, terwijl in de jaren erna dit opliep naar ruim zeventig keer. In 2020 daalde dit aantal weer naar 24 keer.
Cold cases
De beloningen werden uitgeloofd voor zaken waarin levensdelicten (veelal cold cases) centraal staan, maar ook voor strafzaken die zien op gewelddadige woningovervallen, straatroof en brandstichting.