Rechters zijn gewelds- en zedenmisdrijven de afgelopen twintig jaar veel strenger gaan bestraffen. De straffen voor deze delicten gingen gemiddeld met twee derde omhoog, blijkt uit onderzoek van de Raad voor de rechtspraak.
Ook voor vernielingen en verkeersmisdrijven worden tegenwoordig hogere straffen opgelegd. Gemiddeld stegen de opgelegde straffen in twintig jaar tijd met ruim 10 procent. Het is volgens de Raad voor de rechtspraak niet zo dat er nu zwaardere zaken voor de rechter komen dan vroeger, waardoor straffen hoger uitvallen. Een mogelijke oorzaak van strengere straffen is dat rechters reageren op de maatschappelijke roep hiertoe. Ook worden zwaardere straffen gevraagd voor geweld tegen hulpverleners en kwam er een taakstrafverbod, juist voor gewelds- en zedenmisdrijven.
Toch zijn er ook zaken waarbij de rechter juist minder streng straft dan twintig jaar geleden. Dat geldt met name voor bepaalde drugsdelicten en bedreigingen.
Voor diefstal is de straf in de loop der jaren vrijwel gelijk gebleven. Taakstraffen zijn volgens de Raad voor de rechtspraak vooral in de plaats gekomen van boetes, niet in de plaats van celstraffen.
Verder legt de rechter vaker een voorwaardelijke straf op dan vroeger. Die geldt als stok achter de deur: als de verdachte opnieuw in de fout gaat, wordt de straf alsnog ten uitvoer gebracht.