Het Justitieel Complex Zaanstad (JCZ) kent een hoog aantal incidenten. Vooral misdragingen tegen het personeel komen vaker voor dan gemiddeld in het gevangeniswezen. JC Zaanstad wijkt echter niet af van andere inrichtingen met bijzondere regimes.
Dat zegt demissionair minister Dekker (Rechtsbescherming) in antwoord op Kamervragen van de PvdA over incidenten in het JCZ. “Gelet op de specifieke en soms moeilijke doelgroep die in de penitentiaire inrichtingen verblijft kunnen incidenten nooit volledig voorkomen worden. Incidenten binnen inrichtingen lopen uiteen van op de luchtplaats gedropte telefoons, geweld, brand en (poging tot) suïcide tot niet-integer gedrag van medewerkers.”
Top-600
Een verklaring van het relatief hoge aantal beschikkingen in het JCZ is volgens Dekker het aantal bijzondere regimes dat daar is gehuisvest, zoals het Penitentiair Psychiatrisch Centrum. “Daarnaast is het geweld tussen gedetineerden onderling hoger, met name op de afdelingen met het ISD-regime en de Top-600 van Amsterdam. We zien dit ook bij andere inrichtingen met vergelijkbare bestemmingen en regimes.”
De Centrale Ondernemingsraad van DJI noemt de situatie in het JCZ ‘verontrustend’. Dekker deelt die mening niet. “Tegelijkertijd is het zaak om alert te blijven bij incidenten en steeds te beoordelen of sprake is van een incident of dat er een achterliggend probleem van structurele aard is. In zijn algemeenheid ervaren de medewerkers bij DJI de werkdruk als hoog en door corona wordt veel van hen gevraagd. De veiligheid van medewerkers, gedetineerden en bezoekers staat altijd voorop.”
Dekker constateert geen verband tussen voorvallen en de grootte van de penitentiaire inrichting in Zaanstad. “Met name het type regime binnen een inrichting is van invloed op het aantal voorvallen. Daarom wordt er op lokaal niveau gesproken tussen directie, medewerkers en de lokale ondernemingsraad over de werkomgeving en de veiligheid binnen in de inrichting. Tussen de inrichting en het hoofdkantoor van DJI worden afspraken gemaakt over de capaciteit, de veiligheid en de benodigde personele inzet. Daarbij is nadrukkelijk oog voor de lokale omstandigheden, en voor de randvoorwaarden van veiligheid en leefbaarheid van de inrichting.”