
Het aantal demonstraties waarbij demonstranten gezichtsbedekkende kleding dragen om opsporing te voorkomen of handhaving van de openbare orde moeilijk te maken, neemt toe. Het is belangrijk dat demonstreren veilig en rechtvaardig kan gebeuren. Om het demonstratierecht voor iedereen goed te kunnen bewaken, moeten mensen die het demonstratierecht misbruiken of strafbare feiten plegen, kunnen worden aangepakt.
Om deze mensen op te kunnen sporen en te kunnen vervolgen, moeten zij te identificeren zijn. Het gebeurt volgens het kabinet te vaak dat personen bewust het gezicht bedekken om een demonstratie te misbruiken voor relschoppen. Minister Uitermark van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister Van Weel van Justitie en Veiligheid werken daarom aan een wetswijziging voor een landelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties.
Het kabinet werkt aan een landelijk verbod met een ontheffingsbevoegdheid voor burgemeesters. Op die manier kunnen burgemeesters in bepaalde gevallen een demonstratie met gezichtsbedekkende kleding alsnog toestaan als daar legitieme redenen voor zijn. Bijvoorbeeld voor demonstranten die hun gezicht bedekken als uiting van een geloofsovertuiging of uit angst voor repercussies door een dictatoriaal regime.
Een wettelijk verbod vraagt om een aanpassing in de Wet openbare manifestaties. Momenteel doet het WODC onderzoek naar het demonstratierecht. Uit het onderzoek komen mogelijk punten naar voren die ook zouden kunnen leiden tot wijzigingen in de wet. De resultaten van het onderzoek worden daarom afgewacht voordat een wetgevingsproces wordt gestart. Zo kunnen de verschillende wijzigingen in een keer worden doorgevoerd. De uitkomsten van dit onderzoek worden in de zomer verwacht.