De Marechaussee op Schiphol komt in de zomermaanden tien tot vijftien keer per dag in actie om verlaten tassen en koffers te onderzoeken op mogelijke explosieven. Meestal gaat het om gewone bagage waar mensen nonchalant mee omgaan.
Dat zegt woordvoerder Robert van Kapel van de Koninklijke Marechaussee vanochtend in De Telegraaf. Als er een ‘uitruk’ is naar een onbeheerde koffer wordt volgens hem de plek afgezet en gaat de marechaussee er met explosievenspeurhonden op af. Van Kapel benadrukt daarmee wat een inspanning het vergt om dergelijke slordigheden op te lossen, terwijl er veel ander werk voor zijn dienst is te doen, zoals bestrijding van zakkenrollerij en controle op illegaal taxivervoer.
De Marechaussee heeft 1800 mensen op Schiphol gestationeerd die onder meer verantwoordelijk zijn voor de beveiliging van de burgerluchtvaart. Ruim 500 mensen houden zich bezig met de paspoortcontrole en enkele honderden met politietaken, zoals surveillance en toezicht op het verkeer. Ook maakt de dienst jaarlijks zesduizend nooddocumenten voor mensen die hun paspoort vergeten zijn. Verder heeft de dienst het druk met passagiers die met (nep)wapens als souvenir van vakantie terugkomen. Het gaat dan om katapulten, werpsterren of nepvuurwapens. Van Kapel waarschuwt dat het invoeren van dat soort wapentuig strafbaar is. Jaarlijks worden rond de 2000 wapens meegesmokkeld.