Het aantal voetbalfans dat het afgelopen seizoen te maken kreeg met de politie is licht gestegen. 704 personen werden aangehouden of staande gehouden, tegen 675 het seizoen ervoor. Dat blijkt uit jaarcijfers van het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme.
Verreweg de meeste incidenten gebeurden tijdens wedstrijden in de eredivisie. Daarbij ging het onder meer om confrontaties tussen supporters, gooien met vuurwerk en vernielingen. De politie deelde vorig seizoen 563 keer proces-verbaal uit. Nog in onderzoek zijn zestig zaken, waaronder de ongeregeldheden tijdens de bekerfinale in Rotterdam tussen PEC Zwolle en Ajax, waarbij vuurwerk uit het Ajax-vak op het veld werd gegooid.
Het aantal door de politie ingezette manuren bij de nationale en internationale wedstrijden bleef met bijna driehonderdduizend ongeveer gelijk. Voor een groot deel van de inzet is een kleine groep ordeverstoorders verantwoordelijk, stelt het CIV. Zij veroorzaken ook problemen buiten het voetbal. “De persoonsgerichte aanpak blijft noodzakelijk”, aldus Will van Kollenburg, Hoofd CIV. Maar de politie kan dit niet alleen. Het gaat vaak om personen die ook problemen veroorzaken tijdens het uitgaan, binnen het gezin en op straat. Daarom gaat de politie in de aanpak van deze notoire ordeverstoorders intensiever samenwerken binnen de Veiligheidshuizen. Van Kollenburg: “Alleen door intensief samen te werken, kunnen wij zorgen voor een veiligere samenleving met veilige voetbalwedstrijden.”
De uitbreiding van de eerste divisie naar twintig clubs leidde niet tot grote moeilijkheden. Bij de wedstrijden met nieuwkomers Jong Ajax, Jong FC Twente, Jong PSV en Achilles ’29 deden zich slechts een beperkt aantal, veelal kleine incidenten voor. Er was daar minder politie nodig dan gedacht.