Het aantal problematische jeugdgroepen in Nederland blijft verder dalen. Nederland kende eind 2012 in totaal 976 jeugdgroepen, waarvan 731 hinderlijke, 186 overlastgevende en 59 criminele jeugdgroepen.
Daarmee is een daling van 16 procent ten opzichte van 2011 gerealiseerd en 46 procent ten opzichte van het eerste landelijk beeld uit 2009. Dat is een significante afname. De jongeren worden aangepakt door het opleggen van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke interventies, waardoor de criminele jeugdgroepen zich niet meer als zodanig op straat kunnen manifesteren. Ondanks de aanhoudende daling is minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) kritisch ten aanzien van de aanpak van de criminele groepen: “De daling is positief, maar we willen ze van de straat houden en daar moeten we op blijven inzetten.” Daarom verlengt de minister de ondersteuning van de aanpak tot eind 2014.
De lokale aanpak van het probleem, ondersteund vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie, is doorslaggevend omdat de dynamiek in een wijk en in de groep bepalend is voor de interventies die worden ingezet op jeugdgroepen. Zo heeft Amsterdam de aanpak ondergebracht in de zogenaamde Top 600 aanpak. Leden van de Amsterdamse problematische jeugdgroepen worden met prioriteit besproken en er worden concrete interventieplannen gemaakt, toegesneden op de dader. In Den Haag werkt men met de ‘Mammoetaanpak’. Door partners wordt daar ingezet op een strafrechtelijk traject per individu, waarbij ook begeleiding op het gebied van wonen, scholing, werk, gezondheid en vaardigheden geboden wordt. De politie-inzet op de aanpak van criminele jeugdgroepen is vergroot en hierdoor is er meer toezicht in de wijk en op problematische jeugdgroepen, die ook wordt ondersteund met de inzet van camera’s.
Het OM, de politie en de regioburgemeesters informeren het ministerie van Veiligheid en Justitie twee maal per jaar over de voortgang van de aanpak van de 89 criminele jeugdgroepen die in 2010 geregistreerd zijn. Uit de laatste voortgangsrapportage blijkt dat per 31 december 2012 al bijna is voldaan aan de doelstelling om alle 89 jeugdgroepen aan te pakken vóór 1 mei 2013. Van de criminele jeugdgroepen is 94 procent geprioriteerd in de driehoek en voor 86 procent is een integraal plan van aanpak opgesteld en gestart met uitvoering. Bij de rest van de groepen bleek een alternatieve aanpak vaak voldoende, bijvoorbeeld omdat de leider van de groep was vastgezet en de groep (mede) daardoor uiteen was gevallen.
Uit de cijfers blijkt ook dat de aanpak niet overal en altijd resulteert in het definitief verdwijnen van de criminele jeugdgroepen. Van de 89 criminele jeugdgroepen uit 2010 zijn er 45 helemaal verdwenen, negentien afgeschaald naar overlastgevend of hinderlijk en nog 25 aanwezig. Hoewel er een interventie of aanpak heeft plaatsgevonden op de groep of individuen in de groep, heeft dat in die gevallen nog niet geleid tot het definitief uit elkaar vallen van een criminele jeugdgroep. Daarnaast zijn er ook minstens 34 nieuwe groepen bij gekomen. Ook nieuwe criminele jeugdgroepen worden in de aanpak ontzien. Dat blijkt uit cijfers. Duidelijk is dat er soms sprake is van zeer hardnekkige problematiek die continu aandacht van politie, gemeente en OM nodig heeft. Om deze hardnekkige criminele groepen aan te pakken is degelijk en uitgebreid opsporings- en analysewerk noodzakelijk om zaken te stapelen en ernstige feiten ten laste leggen.