De forse groei van het aantal supersnelrechtzaken lijkt aan een einde te zijn gekomen. In 2014 waren er bijna evenveel rechtzaken als in 2013. Dat meldt de NOS op basis van cijfers van de Raad voor de Rechtspraak. In 2014 waren er landelijk 2649 supersnelrechtzaken tegen 2653 in 2013. De jaren daarvoor was er elk jaar nog sprake van een stijging.
In 2010 waren er 1115, in 2011 al 1372 en in 2012 steeg het aantal naar 2168. In Den Haag waren de meeste supersnelrechtzaken (1308). In Amsterdam vonden er 739 plaats en in Rotterdam 598.
Supersnelrechtzaken zijn strafzaken die binnen drie dagen nadat de verdachte is aangehouden voor een rechter worden gebracht. Dit staat gelijk aan de termijn voor de inverzekeringstelling van de verdachte. Bij snelrechtzaken is de termijn tien dagen. Dat is de termijn voor de inbewaringstelling.