De meerdaagse actie was gericht tegen rondtrekkende dadergroepen, die zich schuldig maken aan criminele activiteiten als winkel- en autodiefstal, identiteitsfraude en woninginbraken. De Koninklijke Marechaussee, Belastingdienst, Douane, de Immigratie- en Naturalisatiedienst, maar ook de Duitse politie ondersteunden de actie.
Op snelwegen, parkeerplaatsen, het onderliggende wegennet, maar ook op het water en in treinen voerde de politie controles uit. Specialisten controleerden onder andere identiteitsbewijzen op hun echtheid en de IND op de verblijfstatus van diverse personen. De Nederlandse politie werkte samen met politiemensen van Europol en politiemensen uit Roemenië, Litouwen, Portugal, Polen, Cyprus, Duitsland, Frankrijk en Groot Brittannië. In verschillende Europese landen werden vergelijkbare acties gehouden.
Tijdens de actie zijn de internationale systemen ruim duizend maal geraadpleegd. Op woensdag 15 mei lag het zwaartepunt van de actie op de Nederlands/Duitse grens. Onder de naam ‘Korridorfahndung’ is hier samengewerkt met de Duitse politie en Douane. De actie sluit aan bij de landelijke integrale aanpak van de Taskforce Mobiel Banditisme om Nederland onaantrekkelijk te maken voor mobiele bendes.
Het Openbaar Ministerie (OM) gebruikt sinds 1 mei 2019 een nieuwe richtlijn voor de aanpak van mobiel banditisme. Deze richtlijn biedt een officier van justitie handvatten voor het bepalen van hogere strafeisen voor bijvoorbeeld inbraken, winkeldiefstallen en zakkenrollerij als die gepleegd worden door internationaal opererende mobiele bendes. Volgens de nieuwe richtlijn eist justitie voortaan in principe alleen nog onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. Mobiel banditisme moet volgens het OM beschouwd worden als ‘internationaal georganiseerde criminaliteit’.