Meer dan driekwart van de tankopslagbedrijven overtreedt de wet- en regelgeving. Dat blijkt uit het Tussenrapport Tankopslag, dat is samengesteld in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De problemen bij Odfjell in Rotterdam vormden aanleiding voor dit onderzoek, waarbij 91 BRZO-bedrijven zijn gecontroleerd.
Bij vier bedrijven waren de overtredingen zo ernstig, dat de toezichthouder moest ingrijpen. Van de 91 onderzochte bedrijven waren er maar achttien waarbij geen overtredingen werden geconstateerd. Bij 39 bedrijven was sprake van zware of meerdere lichte overtredingen. In totaal hadden de bedrijven zich 323 keer niet aan wet- en regelgeving gehouden.
De toezichthouders controleerden onder andere de betrouwbaarheid en het onderhoud van de verticale cilindrische opslagtanks met brandbare vloeistoffen, de explosieveiligheid en de blootstelling van werknemers aan gevaarlijke stoffen. Het project is uitgevoerd in opdracht van de Landelijke Aanpak Toezicht Risicobeheersing Bedrijven (LAT RB). De inspecties werden gedaan door de BRZO-toezichthouders (Inspectie SZW, Provincie/gemeenten, Veiligheidsregio’s), die hierbij in een gezamenlijke aanpak ieder een eigen rol en verantwoordelijkheid hebben.
Aanleiding voor het onderzoek was de vraag hoe veilig BRZO-bedrijven met tankopslag zijn. De situatie bij olieopslagbedrijf Odfjell, waar het bedrijf onder druk van de toezichthouders zelf de werkzaamheden geheel heeft stilgelegd, heeft de behoefte aan inzicht in de mate van veiligheidsbeheersing bij bedrijven met opslagtanks vergroot. Een met Odfjell vergelijkbare situatie is, voor zover de inspecties nu uit zijn gevoerd, in dit inspectieproject niet aangetroffen. Wel geven de tussenresultaten van het project aanleiding tot zorg over de aangetroffen veiligheidsbeheersing. Er is een te grote groep risicovolle bedrijven die de wet- en regelgeving onvoldoende of slecht naleeft, stelden de onderzoekers vast. De beheersing van de risico’s moet volgens hen bij die bedrijven verbeteren. Dat vraagt om een gerichte vervolgaanpak. De eerste verantwoordelijkheid voor de veiligheidsbeheersing ligt bij de bedrijven zelf. Het is dan ook van belang dat deze bedrijven zich afvragen in hoeverre zij hun verantwoordelijkheid meer kunnen en willen nemen. De overheid zal vanuit de toezichthoudende rol sturen op de verbetering van de naleving van wet- en regelgeving.
De inspecties in het project zijn opgenomen in de jaarprogramma’s van de BRZO toezichthouders. In oktober 2013 worden deze afgerond en begin 2014 wordt een eindrapportage gemaakt. Het doel van de LAT RB is om snel helderheid te verschaffen op de vraag hoe het landelijk met de veiligheidsprestaties van BRZO-bedrijven is gesteld. Na bijna 80 procent van de geplande inspecties is dit beeld duidelijk genoeg, aldus de onderzoekers. Gegeven de zorg over de veiligheid bij de onderzochte bedrijven en de recente ontwikkelingen heeft de LAT RB besloten tot een tussenrapportage op basis van de tot nu toe uitgevoerde inspecties. In dit tussenrapport staan de resultaten van de inspecties die zijn uitgevoerd van augustus 2012 tot april 2013, bij 91 van de 116 geselecteerde bedrijven met opslagtanks.
Vijf toezichthouders voerden de inspecties zoveel mogelijk gezamenlijk uit volgens een landelijk uniforme inspectiemethodiek en beoordelingskader. Tijdens de inspecties is de nadruk gelegd op de concrete situaties in de praktijk die relevant zijn in de veiligheidsbeheersing van de betreffende opslagtanks.