Het Openbaar Ministerie (OM) heeft sinds 16 maart vorig jaar 623 coronagerelateerde misdrijfzaken in behandeling genomen. In het begin ging het vooral om mensen die zouden hebben gehoest of gespuugd richting agenten en anderen met een publieke taak, waarbij ze beweerden besmet te zijn met het coronavirus.
De laatste maanden ging het volgens het OM overwegend om demonstranten die zich keerden tegen het coronabeleid van de regering. Zij werden vooral vervolgd voor het niet opvolgen van een bevel van de politie, bedreiging en (openlijk) geweld. Bovenop dit aantal van 623 zijn er 407 andere misdrijfzaken in behandeling genomen die te maken hebben met de zogenaamde avondklokrellen.
Naast deze misdrijfzaken zijn er ook de overtredingen op grond van de regionale noodverordeningen Covid-19 en de Tijdelijke wet maatregelen Covid-19. De noodverordeningen golden tot 1 december 2020. Vanaf die datum geldt de tijdelijke wet, die de noodverordeningen vervangt.
Onvoldoende afstand
Er zijn op beide wetten samen 124.356 OM strafbeschikkingen uitgevaardigd (peildatum 16 mei 2021), waarvan 80.419 strafbeschikkingen zijn uitgevaardigd voor het overtreden van de avondklok die van kracht was van 23 januari tot 28 april 2021. Bij de overige strafbeschikkingen gaat het voornamelijk om onvoldoende afstand houden.
Van de 623 corona-gerelateerde misdrijfzaken zijn 209 politieagenten slachtoffer geworden. In 81 gevallen ging het om andere personen met een publieke taak, zoals BOA’s, medewerkers van een ziekenhuis of personeel in het openbaar vervoer.