Het Openbaar Ministerie eist gevangenisstraffen tot 5,5 jaar tegen zeven verdachten voor hun betrokkenheid bij en/of de uitvoering van twee gijzelingen die kort achter elkaar plaatsvonden in Hengelo. Een financieel conflict over de handel in harddrugs lijkt op de achtergrond mee te hebben gespeeld.
In de vroege ochtend van 23 maart 2023 verschijnt een man op een politiebureau in Hengelo. Hij heeft letsel aan zijn gezicht en vertelt dat hij slachtoffer is van een gijzeling en diefstal met geweld. Een week later, op 31 maart, beëindigt de politie een gijzeling in een kelder nabij de binnenstad van Hengelo. Dit slachtoffer is bedreigd met een vuurwapen en zat urenlang vast.
Een van die twee vrijheidsberovingen, die van 23 maart, vindt overdag op straat in Hengelo plaats en zodoende zijn willekeurige omstanders er getuige van.
De slachtoffers blijken in dezelfde kelder te zijn vastgehouden, het onderzoek leidt naar in totaal zeven verdachten. Twee van hen zijn volgens het OM betrokken bij beide gijzelingen. Zij waren op de hoogte van de plannen en betrokken bij een groot deel van de uitvoering – inclusief het gebruik van geweld en het dreigen daarmee. Een 52-jarige verdachte uit Hengelo, tevens de bewoner van het onderkelderde pand, hoorde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5,5 jaar tegen zich geëist, een 24-jarige verdachte uit Hengelo 5 jaar voor zijn rol.
Voor een 27-jarige verdachte, ook uit Hengelo, geldt dat hij volgens het OM het brein is achter de eerste gijzeling. Als het aan het OM ligt krijgt hij voor zijn prominente rol vier jaar celstraf opgelegd.
De overige vier hoorden, hun betrokkenheid en persoonlijke omstandigheden afwegende, gevangenisstraffen variërend tussen de 30 maanden (waarvan 10 voorwaardelijk) en 2,5 jaar onvoorwaardelijk tegen zich geëist.
