Het Openbaar Ministerie eist 105 miljoen euro van de Rotterdamse zakenman Joep van den Nieuwenhuyzen. Het gaat om geleend geld, dat de zakenman alleen kon krijgen nadat hij een topambtenaar had omgekocht.
De zaak begon lang geleden, toen Van den Nieuwenhuyzen nog een gerespecteerd ondernemer was. Hij kocht noodlijdende bedrijven, lapte die op en verkocht ze door. Zijn bijnaam was ‘de bedrijvendokter’, meldt de NOS.
Maar begin deze eeuw ging het mis. Van den Nieuwenhuyzen was eigenaar geworden van de scheepsbouwer RDM, de Rotterdamse Droogdok Maatschappij. Om geld te kunnen lenen voor dat bedrijf zocht hij contact met Willem Scholten, de topambtenaar die de leiding had over het Havenbedrijf Rotterdam. In ruil voor geld en gunsten voor Scholten stelde het Havenbedrijf zich tussen 2002 en 2004 garant voor bankleningen ter waarde van meer dan honderd miljoen euro. De omkoping kwam later uit en Scholten werd ontslagen en later veroordeeld.
Opgedoekt
Van den Nieuwenhuyzen zelf werd in 2017 uiteindelijk veroordeeld voor omkoping tot tachtig dagen cel en een boete van 150.000 euro. Het OM beschouwt de leningen als wederrechtelijk verkregen voordeel en vordert het geld daarom terug. Het is de vraag of dat gaat lukken, want Van den Nieuwenhuyzen heeft het grotendeels in bestaande bedrijven gestopt. Die zijn allemaal opgedoekt en de geleende miljoenen zijn nooit terugbetaald aan de geldverstrekkers.