Tegen twee mannen die ervan verdacht worden in september vorig jaar een overval te hebben gepleegd op een supermarkt in Amsterdam, heeft de officier van justitie jarenlange celstraffen geëist. De opdrachtgever, die niet bij de feitelijke overval aanwezig was, hoorde een iets hogere straf eisen. Een derde verdachte moet zich later nog voor de rechter verantwoorden.
Het OM eiste bijna vier jaar (47 maanden) cel tegen de 24-jarige opdrachtgever uit Rotterdam en drieënhalf jaar (42 maanden) cel waarvan twaalf maanden voorwaardelijk tegen de 33-jarige uitvoerder uit Krimpen aan den IJssel. Bovendien eiste de officier tegen de 33-jarige verdachte een ontnemingsvordering van 800 euro en tegen de 24-jarige man een ontnemingsvordering van 4100 euro. Bij de overval, waarbij de medewerkers door de met een bivakmuts getooide overvaller met een wapen werden bedreigd, is een bedrag van 6700 euro, een aantal ‘spaarzegelboekjes’ en enkele telefoons van medewerkers van de supermarkt buitgemaakt.
De politie kwam de verdachten op het spoor omdat op camerabeelden was te zien dat direct na de overval een auto bij de supermarkt wegreed. Het kenteken leidde de politie naar de eigenaar van de auto. Deze eigenaar verklaarde zijn auto te hebben uitgeleend aan zijn drugsdealer, bij wie hij in het krijt stond: de 24-jarige verdachte die voor de rechter stond. De eigenaar van de auto voelde zich genoodzaakt de auto uit te lenen om van zijn schuld af te komen en omdat de 24-jarige verdachte hem onder druk zette en zijn familie bedreigde.
Telefoongegevens van het nummer van de dealer leidden naar de 33-jarige verdachte, de uitvoerder van de overval. Duidelijk werd dat de opdrachtgever en de uitvoerder op die dag dezelfde route hebben afgelegd vanuit de regio Rotterdam naar Amsterdam en terug. Tevens viel op dat ook een van de buitgemaakte telefoons de route terug naar regio Rotterdam heeft afgelegd. Uit de verhoren is duidelijk geworden dat ze in twee auto’s deze route hebben afgelegd. Na de overval hebben ze in Krimpen aan den IJssel dezelfde dag nog het geld verdeeld. Op zitting verklaarde de 33-jarige uitvoerder dat hij besloot mee te doen met de overval omdat hij schulden had.
De historische telefoongegevens leerden volgens het OM ook dat beide mannen op de dag van de overval onderling veelvuldig contact hadden. Zo waren er op de dag van de overval 58 contactmomenten. Ook is er diverse malen contact geweest met een medewerkster van de supermarkt. Uit getuigenverhoren en camerabeelden is duidelijk geworden dat deze medewerkster op de bewuste dag, terwijl ze niet hoefde te werken wel in de supermarkt aanwezig was. Deze 21-jarige vrouw uit Amsterdam wordt er onder meer van verdacht de achterdeur van de supermarkt voor de overvaller te hebben geopend en hem de weg te hebben gewezen.