Het OM gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de kortgedingrechter van de rechtbank Den Haag die begin juli oordeelde dat er onvoldoende juridische grondslag is om persoonsgericht te mogen fouilleren.
Volgens de politie en het OM vraagt de huidige veiligheidssituatie om versterking en uitbreiding van mogelijkheden om vuurwapenbezit en -gebruik te kunnen aanpakken. Zo is een speciale beloning in het leven geroepen, was Rotterdam de eerste gemeente met een wapeninleveractie en is er een pilot gestart met persoonsgericht fouilleren.
Deze pilot startte in september 2019 met als doel meer vuurwapens van straat te halen en schietincidenten, met bijbehorende risico’s op letsel bij burgers, in openbare ruimtes te voorkomen. Zes personen waren daarbij na een grondige analyse aangewezen als veiligheidsrisicosubject. Na een half jaar vond een evaluatie plaats en is het aantal personen uitgebouwd.
Op dit moment zijn 29 personen aangemerkt als veiligheidsrisicosubject. Eén van deze subjecten was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en legde de kwestie aan de kortgedingrechter voor. Die oordeelde op dinsdag 6 juli dat er onvoldoende juridische grondslag is om persoonsgericht te mogen fouilleren.
Het OM meent niettemin dat de in de Wet wapens en munitie genoemde fouilleer- en doorzoekingsbevoegdheden wel ruimte bieden voor de gehanteerde werkwijze. Daarom gaat het OM in hoger beroep om de kwestie voor te leggen aan het Gerechtshof. In afwachting van de uitkomst van het hoger beroep is de pilot opgeschort. Dit geldt ook voor de overige aangemerkte subjecten.