Het Openbaar Ministerie in Rotterdam heeft besloten in beroep te gaan tegen de beslissing van de rechtbank in de proeftuin verzekeringsfraude. De rechtbank oordeelde tijdens de zittingen eind oktober dat het OM niet-ontvankelijk is, omdat er geen opsporingsonderzoek heeft plaatsgevonden in de zin van de wet.
Het doel van de proeftuin en de zittingen was om met deze zaken een juridisch oordeel te krijgen van de rechtbank over de privaat-publieke samenwerking tussen verzekeraar en OM. En meer specifiek: of de dossiervorming door private partijen voldoende en adequaat is om verdachten strafrechtelijk te kunnen vervolgen. Op basis van deze uitspraken kan de samenwerking tussen de verschillende partijen worden uitgebreid of aangepast.
Tijdens de zitting eind oktober draaide het om twee zaken met in totaal drie verdachten. Zij werden allen verdacht van verzekeringsfraude. In één van de zaken werden twee Dordtenaren verdacht van het in scène zetten van een auto-ongeluk om zo verzekeringsgeld te incasseren. In de visie van het OM kan ook binnen het door de rechtbank toegepaste wettelijke kader geconcludeerd worden dat sprake geweest van opsporingsonderzoek in de zin van de wet. Hierom heeft het OM besloten om de zaken aan het Gerechtshof voor te leggen.