Het coronavirus en de dreiging van andere infectieziekten en de spanningen tussen bevolkingsgroepen baren Nederlanders zorgen. De vrees voor terroristische aanslagen is aanzienlijk gedaald. Dat blijkt uit de zomermeting 2020 van de Risico- en Crisisbarometer (RCB), het publieksonderzoek van de NCTV.
In het onderzoek wordt gekeken naar hoe Nederlanders aankijken tegen nationale veiligheid, welke zorgen en gevoelens er leven over dreigingen die het dagelijks leven kunnen verstoren, en of Nederlanders vertrouwen hebben in de aanpak en de informatievoorziening van de overheid bij rampen en crises.
Het aantal respondenten dat zich zorgen maakt over het coronavirus en andere infectieziekten steeg van 14 procent in 2019 naar 37 procent in 2020. Licht gestegen, en met 34 procent in de top van de lijst met grootste zorgen, zijn de spanningen tussen bevolkingsgroepen. Naast de zorg om terrorisme zijn ook de zorgen om extremisme, cyberdreigingen, extreem weer en ondermijnende criminaliteit naar de achtergrond gedreven.
De verwachtingen van de overheid bij het voorkomen en het beheersen van incidenten zijn hooggespannen. De manier waarop de coronacrisis wordt beheerst, wordt door de meeste Nederlanders gewaardeerd en heeft het vertrouwen in de aanpak en de informatievoorziening van de overheid doen groeien. 47 procent van de respondenten geeft aan ‘veel’ of ‘heel veel’ vertrouwen te hebben in de Nederlandse overheid. Dat is aanzienlijk hoger dan in de afgelopen jaren, waar 26 procent – 34 procent aangaf vertrouwen te hebben in de overheid. Ook het vertrouwen in de informatievoorziening van de overheid bij rampen en crises, is dit jaar sterk toegenomen: van 42 procent naar 57 procent.
Meer daadkracht
Zaken die beter aangepakt zouden kunnen worden volgens de respondenten zijn de oplopende spanningen tussen bevolkingsgroepen. Hier verwachten de deelnemers aan het onderzoek meer daadkracht van de overheid. 49 procent vindt dat de overheid te weinig doet aan het voorkomen van spanningen tussen bevolkingsgroepen, aan extremisme (38 procent) en aan ondermijnende criminaliteit (45 procent).
Uit het gesprek over nationale veiligheid blijkt dat veel respondenten bekend zijn met mogelijke dreigingen voor Nederland. Zoals een natuurramp, cyberincident of terroristische aanslag. Ondanks deze bekendheid zijn de eventuele gevolgen van een dreiging voor het persoonlijke leven vaak heel moeilijk voor te stellen. Pas wanneer het daadwerkelijk gebeurt, begrijpen mensen de gevolgen echt. Zoals nu bij de coronacrisis.
De onzichtbaarheid en onvoorspelbaarheid van dreigingen leidt voor een deel van de bevolking tot een algemeen gevoel van onbehagen. Anderen vinden de onzichtbaarheid juist geruststellend. Voor hen betekent dit dat er achter de schermen veel gebeurt om de dreigingen te voorkomen.
De RCB wordt twee keer per jaar uitgevoerd door onderzoeksbureau Motivaction in opdracht van de NCTV. Het onderzoek bestaat uit een online kwantitatief gedeelte onder achthonderd Nederlanders van vijftien jaar en ouder en uit een kwalitatief gesprek over de nationale veiligheid onder 167 respondenten met spreiding in geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, stedelijkheidsniveau en waardeoriëntatie. In de winter van 2020 wordt het onderzoek opnieuw uitgevoerd.