Het ministerie van BZK werkt aan een wettelijke periodieke beoordeling van grote gebouwen, zoals stadions. Tot die tijd heeft de KNVB als licentieverstrekker een belangrijke rol om de constructieve veiligheid van stadions te waarborgen en voetbalclubs actief te vragen de veiligheid van stadions periodiek te controleren.
Daartoe zijn verdergaande acties nodig dan dat zij tot nu toe hebben uitgevoerd, aldus de Onderzoeksraad voor Veiligheid. De KNVB kan het gebruik van het Protocol Beoordeling constructieve veiligheid Stadions Betaald Voetbal actiever onder de aandacht brengen bij voetbalclubs.
De Onderzoeksraad heeft in zijn onderzoek ‘Verborgen gebreken? Lessen uit de instorting van het dak van het AZ-stadion’, gepubliceerd op 25 november 2020, aanbevelingen gedaan die nadrukkelijk gericht zijn op het beheersen van veiligheidsrisico’s in de gebruiksfase. Conclusie in het rapport was dat periodieke aandacht voor constructieve veiligheid tijdens de bouw en het gebruik van gebouwen in Nederland onvoldoende is geborgd.
NTA
Zowel de minister van BZK als ook het TOPoverleg Veiligheid hebben de aanbevelingen van de Raad opgevolgd. De minister van BZK werkt aan een wettelijke periodieke beoordeling van de constructie veiligheid van grote publieke gebouwen. Vooruitlopend hierop gaat een Nederlandse Technische Afspraak (NTA) gelden als richtlijn voor gebouweigenaren. Het TOPoverleg Veiligheid heeft de lessen uit het rapport aantoonbaar verwerkt in hun actieplan.
De constructief onveilige situatie bij het AZ-stadion staat niet op zichzelf. Het instorten van een deel van een staantribune van het Goffertstadion in Nijmegen, op 17 oktober 2021, onderstreept volgens de raad het belang van de aanbevelingen die zijn gedaan. De Onderzoeksraad constateert dat de ontwerpfout tijdens de bouwfase niet is opgemerkt en ook niet aan het licht is gekomen bij toezicht c.q. de vergunningverlening. Ook scheuren zijn niet als signaal (h)erkend van een mogelijk veiligheidsprobleem. Om die reden heeft de Onderzoeksraad het rapport en de aanbevelingen met een brief nogmaals onder de aandacht gebracht van de leden van de Tweede Kamer.