Minister Opstelten van Veiligheid & Justitie heeft na zijn bezoek aan Safety & Security Amsterdam 2013 kennelijk de smaak te pakken gekregen. Daar woonde hij een uitgebreide demonstratie bij met een onbemand vliegtoestel met ingebouwde camera. Via dagblad Metro maakt hij nu bekend dergelijke apparaten vaker te willen gaan inzetten.
De zogenoemde drones worden nu alleen bij hoge uitzondering ingezet voor opsporing. Maar als het aan de minister van Veiligheid & Justitie ligt gaat dat vaker gebeuren. Daarmee wordt volgens hem een aantal nadelen van vast cameratoezocht ondervangen, zoals diverse regels voor plaatsing van camera’s en de om praktische redenen niet altijd handigste posities van vaste bewakingscamera’s. Met flexibele camera’s, al of niet gemonteerd in onbemande vliegtuigjes, is aanzienlijk meer mogelijk. De inzet van drones is onderdeel van zijn plannen om cameratoezicht gemakkelijker te maken. Hij wil bijvoorbeeld ook buitengewoon opsporingsambtenaren met handcamera’s op pad sturen.
“Het is niet mogelijk om in gebieden waar een verhoogde kans op verstoring van de openbare orde doorlopend aanwezig is, constant mankracht in de vorm van politieambtenaren of bijzondere opsporingsambtenaren (boa’s) in te zetten”, zegt Opstelten aan Metro. Dat ook aan onbemande vliegtuigjes nadelen kleven, is niet aan de orde gekomen. De minister wil via nieuwe regelgeving dat burgemeesters en wethouders zelf over de inzet van de camera’s kunnen beslissen, zonder dat de gemeenteraad daar eerst over hoeft te vergaderen. Er wordt gewerkt aan de oprichting van een speciale drone-eenheid voor de politie.